Botopbouw
Implantaten moeten stevig in de kaak worden verankerd. Maar in sommige gevallen is er niet genoeg botmassa om dit te doen en moet de hoeveelheid bot worden aangevuld. Hiervoor zijn twee mogelijkheden. In het eerste geval wordt gelijktijdig geïmplanteerd en het bot opgebouwd. In het tweede geval wordt eerst extra bot gekweekt. Daarna volgt implantatie.
Bij grote beschadigingen of bij esthetische ingrepen werkt het ’t beste als eerst bot wordt opgebouwd en daarna geïmplanteerd. Om kaakbot aan te vullen, wordt vaak een stukje bot uit het lichaam van de patiënt zelf gehaald. Uit de verstandskies of uit de knie bijvoorbeeld. Kunststof bot kan ook. Het nieuw ingebrachte bot vergroeit met het kaakbot totdat er voldoende massa is voor het implantaat. Doorgaans volgt implantatie na vier tot acht maanden.
|